Niet alleen met Schindler’s List en Munich greep Steven Spielberg terug op zijn joodse achtergrond. Ook in Raiders of the Lost Ark en Close Encounters of the Third Kind vind je verwijzingen naar zijn persoonlijke geschiedenis.
Een anekdote over Steven Spielberg stamt uit 1947, toen een piepjonge Steven in een kinderwagen werd voortgeduwd over het gangpad van een synagoge in Cincinnati, Ohio. Liggend in de wagen zag hij vreemde lichten: glinsteringen, een kroonluchter en brandende kaarsen voor een rood fluwelen gordijn. Daarachter stond zoals in elke synagoge de houten nis waarin de Thorarollen bewaard worden. In het Engels wordt die de ‘Ark of the Tora‘ genoemd, al wist kleine Steven dat toen nog niet.
De mystieke ervaring van licht en kleuren is hem altijd bijgebleven, vertelde hij later in interviews. De nadrukkelijke rol van het bovennatuurlijke licht in onder meer de slotscènes van Close Encounters of the Third Kind (1977) en Raiders of the Lost Ark (1981) is terug te voeren op die eerste, allerindividueelste ervaring.
In de beginjaren van zijn carrière werd Spielberg niet als ‘joodse’ regisseur gezien. Hij maakte escapistische avonturenfilms voor het breedst mogelijke publiek, met op het oog typisch Amerikaanse sentimenten en een onvervalst happy end. Pas met Schindler’s List (1993) en later Munich (2005) – films die expliciet naar het joodse verleden verwijzen – onderzocht Spielberg zijn joodse identiteit. Toch vind je ook in eerdere films als Raiders of the Lost Ark en Close Encounters thematische, psychologische en symbolische verwijzingen naar Spielbergs joodse achtergrond.
Loners en verstotenen
Je verwacht het misschien niet van een filmmaker die synoniem werd met de blockbuster, maar een terugkerend thema bij Spielberg is eenzaamheid, verpersoonlijkt door een eenzame jongen of man, een buitenstaander.
Spielberg groeide op in een religieus gezin en verhuisde vaak, meestal van de ene buitenwijk naar de andere. Omdat daar zelden joodse gemeenschappen bestonden, was Steven vaak het enige joodse jongetje in de buurt. Het leidde tot antisemitische pesterijen, vertelde hij later, waardoor hij vereenzaamde en zich begon te schamen voor zijn achtergrond. Het voelde “alsof ik van een andere planeet kwam”, zei hij ooit.
In Close Encounters of the Third Kind worden eenzaamheid en buitenstaander-zijn, net als later in E.T. the Extra-Terrestrial (1982), gekoppeld aan buitenaardse wezens. Na een ervaring met buitenaards leven vervreemdt hoofdpersonage Roy Neary van zijn gezin. Hij vereenzaamt tijdens zijn zoektocht naar de betekenis van die buitenaardse ontmoeting en vindt pas weer geborgenheid bij de aliens, met wie hij uiteindelijk de aarde verlaat. Ook zijn oudste zoontje is eenzaam, voelt zich verlaten door zijn vader en schaamt zich voor diens gedrag. Het gezin is ‘anders’ en wordt door de buurt gewantrouwd.
Ondanks zijn heldhaftige avonturen is ook Indiana Jones in wezen een eenzame man. Aan het begin van Raiders of the Lost Ark heeft hij gebroken met iedereen die in zijn leven belangrijk is geweest: zijn voormalige leermeester Abner Ravenwood, zijn ex-geliefde Marion en zijn vader. Hij wordt op de universiteit waar hij lesgeeft als een vreemde snuiter gezien. Hij heeft duidelijk vader-issues, zoals veel mannen in Spielbergs films. Spielberg heeft vaak beschreven hoe hij heeft geleden onder de scheiding van zijn ouders en hoe hij lang een afstandelijke relatie met zijn vader had. Hij is bovendien een babyboomer uit een familie die veel mensen verloor aan de nazi’s. Daarover werd na de oorlog gezwegen, zoals in meer joodse families. Voor volwassenen was de confrontatie met het recente verleden te pijnlijk. Het kwam er wel op neer dat kinderen zich soms buitengesloten voelden.
De sleutelrollen in Spielbergs films zijn bijna altijd eenzame mannen, verstotelingen of buitenstaanders. Tom Cruise wordt als agent uit de groep verstoten in Minority Report (2002), Leonardo DiCaprio speelt de eenzame en achtervolgde oplichter Frank Abagnale Jr. in Catch Me If You Can (2002) en Tom Hanks leeft als stateloze vluchteling in The Terminal (2004) zelfs buiten elke samenleving. David is in A.I. Artificial Intelligence (2001) als enige robot helemaal alleen op de wereld. In E.T. lijdt de jonge Elliot onder de scheiding van zijn ouders, in Saving Private Ryan (1998) zijn kapitein Miller en korporaal Upham erg op zichzelf ten opzichte van de groep en in Jaws (1975) is sheriff Brody een eenzaam roepende in de badplaats die hij tegen de haai probeert te beschermen.
De Amerikaanse droom en de diaspora
De dreiging van gevaar en eenzaamheid zorgt bij Spielberg niet voor neerslachtige films of pessimistische boodschappen. Al zijn films kennen een optimistisch einde – tenzij de historische werkelijkheid dat onmogelijk maakt.
Zeker, happy endings trekken meer bezoekers. Maar Spielbergs optimisme zou ook in een meer persoonlijk licht gezien kunnen worden. Zijn Oekraïense grootouders vonden in de VS een nieuw en veilig thuis en Spielbergs eigen ‘Amerikaanse droom’ is meer dan waargemaakt. Zijn voorliefde voor een gelukkig slot is ook een boodschap van hoop, een geloof in maakbaarheid en zelfredzaamheid.
Familiebanden vormen vaak het hart van het verhaal. Die focus op familie en een geborgen thuis – maar ook het ontbreken ervan – is kenmerkend voor het naoorlogse joodse familieleven en begrijpelijk voor een volk dat zijn identiteit grotendeels ontleent aan zijn opgejaagde verleden, het ontbreken van een eigen land, vervolging en verlies van familie. De joodse geschiedenis is een geschiedenis van ontheemding, vervolging en de noodzaak om te vechten voor een veilige thuishaven.
Het bestaan in de diaspora is onlosmakelijk verbonden met de joodse identiteit. In dit licht zien we ook Roys ervaringen in Close Encounters als symbool voor de zoektocht naar een thuis. Je zou het kunnen zien als de voortdurende hoop op het beloofde land. Wie een aantal films van Spielberg achter elkaar ziet, zal opvallen hoe vaak het verlangen naar een thuis centraal staat: het verlangen naar een veilige plek, maar ook het verlangen naar twee veilige armen, naar een betrouwbare volwassene.
Goddelijk licht en religieuze symboliek
Terug naar het mystieke licht. Zelf gebruikt Spielberg de term “God light” voor het felle licht dat sommige scènes mythische proporties geeft. Zoals de slotscènes van Close Encounters en Raiders of the Lost Ark, maar ook het moment waarop het kleine jongetje in Close Encounters door de voordeur een spectaculair geelrood licht ziet, of de scène in Raiders waarin Indiana Jones in Egypte de exacte locatie van de Ark ontdekt met behulp van zonlicht.
Het expressieve gebruik van licht versus donker is misschien terug te voeren op Spielbergs eigen ervaring in de kinderwagen, zoals hij zelf al aangaf. Het kan ook religieus geïnspireerd zijn, waarbij licht staat voor het leven; het goede. In Raiders of the Lost Ark laat Spielberg Dr. Belloq – Indiana’s aartsvijand – tegen Indy zeggen: “You and I are very much alike. Archeology is our religion, yet we have both fallen from the purer faith. […] It would take only a nudge to make you like me, to push you out of the light.“
Er is meer religieuze symboliek in Raiders en Close Encounters te vinden. Raiders eindigt met een bovennatuurlijke manifestatie van licht en kleuren, hier afkomstig uit de Ark des Verbonds. De kist met de stenen tafelen waarop de Tien Geboden staan, is een van de heiligste attributen binnen de joodse religie en werd volgens de Bijbelse vertelling gemaakt bij de berg Sinaï, waar Mozes zijn ontmoeting met God had. Die berg lijkt verdacht veel op de berg waarop in Close Encounters de buitenaardse ontmoeting tussen Roy en de aliens plaatsvindt. Eerder in de film worden de Tien Geboden al even snel aangestipt, wanneer Roys echtgenote de kinderen niet naar de film The Ten Commandments wil laten kijken. Weerspiegelt die weerstand misschien Spielbergs eigen weerstand die hij als jongen voelde?
Kijkt hij er inmiddels anders tegenaan? Indiana Jones staat in Raiders aanvankelijk sceptisch tegenover de gesuggereerde spirituele krachten van de Ark. “Ik geloof niet in magie, een hoop bijgelovige hocus pocus.” Later kan hij de krachten niet langer ontkennen en weet hij in de slotscène dat hij niet naar de Ark mag kijken: “Marion, doe je ogen dicht. Niet kijken, wat er ook gebeurt!”, roept Indy. In de joodse religie mag alleen tot God gebeden worden. Afgoderij is verboden. In de film explodeert de Ark des Verbonds en vernietigt iedereen die hem aanbad. Slechts twee personen blijven in leven: Indiana Jones en zijn geliefde Marion, die hun ogen afwendden. Wat zou daar de diepere betekenis van zijn: alleen degenen die het spektakel weigeren te aanschouwen, zullen overleven? Zou Spielberg hier stiekem boete hebben gedaan? Zich verontschuldigd hebben voor het goddeloze vermaak van Jaws?
Dit opiniestuk verscheen in de zomer van 2016 in de Filmkrant.