La Hija de Todas las Rabias: overleven door verbeelding in keihard Nicaragua

5 nov, 23 | conSentido

La hija de todas las rabias
Regie: Laura Baumeister de Montis

In La hija de todas las rabias worden de 11-jarige María en haar moeder gescheiden terwijl ze proberen te overleven nabij Nicaragua’s grootste vuilstortplaats. 

In het openingsshot van La hija de todas las rabias rijdt een ambulance een vuilstortplaats op en dumpt er een stuk of vijf vuilniszakken. Even later, in wat een knipoog naar de beginscène van Planet of the Apes lijkt, ontwaken de bewoners van de vuilnisbelt; een voor een verrijzen menselijke figuren tussen het puin. Opgewonden roepen ze: de doden, de doden! Wie heeft de doden? Hier liggen ze, de menselijke resten!

Een van die vroege scharrelaars is de 11-jarige María. Zij woont met haar moeder Lilibeth in een improvisorisch huisje aan de rand van wat La Chureca blijkt te zijn: een enorme vuilnisbelt in het noorden van Nicaragua’s hoofdstad Managua. Naast de verkoop van wat ze daar vinden, fokt Lilibeth vechthonden voor een crimineel. Maar wanneer een koop misloopt, is Lilibeth in alle staten. Terecht, aangezien de gangsters aan wie ze de puppies beloofd had, haar er niet zomaar mee weg laten komen. Lilibeth gaat op zoek naar andere inkomsten, en stalt María zo lang in een illegale recyclefabriek in de buurt, waar een leger kinderen onder leiding van veertigers Raúl en Rosa gevaarlijke elektronica uit elkaar halen om door te verkopen. 

De dynamiek tussen moeder en dochter is treffend neergezet: het ruwe contact lijkt voor Lilibeth de enige manier om haar affectie te tonen. Er is wel genegenheid, maar die wordt overschaduwd door frustratie van Lilibeth en onzekerheid van María. De harde omgeving waarin de twee leven maakt een al te zachte omgang ook onmogelijk: Lilibeth moet María immers leren sterk te zijn, voor zichzelf op te komen. Net als in het dierenrijk is het eten of gegeten worden – en hopen dat je overleeft. ‘Kijk omhoog’, zegt Lilibeth tegen María. ‘Loop niet rond als een kreupel paard.’ 

Maar de dierenwereld is meer dan een metafoor voor het echte leven; voor María en Lilibeth is het ook een toevluchtsoord, een fantasiewereld waarin ze hun emoties kunnen uiten. De twee stoeien als wilde katten in het zand achter hun huisje. Ze spelen dat ze pups zijn zodat ze een excuus hebben om elkaar kusjes te geven.   

Ook heeft María veel surrealistische dromen, die haar gaandeweg meer achtervolgen, tot een griezelige climax die de apotheose van de film vormt. De ‘kattenvrouw’, een mystiek wezen waarvoor Lilibeth María al aan het begin van de film vertelt, komt in onverwachte vorm terug.

Armoedeporno

La hija de todas las rabias (‘de dochter van alle woede’), is de debuutfilm van de Nicaraguaanse filmmaker Laura Baumeister, die levens zoals die van Lilibeth en María van dichtbij zag toen ze met kinderen bij La Chureca werkte. 

Het verhaal wordt, vanuit het perspectief van de jonge María, verteld tegen de achtergrond van sociale protesten. Aanleiding is een aangekondigde liberalisering van de afvalmarkt, die iedereen op en rond de vuilnisbelt bedreigt in hun voortbestaan. Er wordt geprotesteerd, teruggeslagen door de autoriteiten, mensen werden opgepakt en vastgezet. 

Tussen al die chaos staan behalve dieren ook de elementen centraal: water is alomtegenwoordig (Managua grenst aan een van de binnenmeren van Nicaragua) en essentieel om in leven te blijven. Maar er is ook vuur; dreigend en verwoestend maar ook een doeltreffende manier om het oude te verbranden en daar een nieuwe start te kunnen te maken — zo vertelt een vrouw op een plantage veelbetekenend aan María. 

Het feit dat de levens losjes op de werkelijkheid gebaseerd zijn, doet je als kijker pijnlijk beseffen dat er nog altijd kinderen op vuilnisbelten rondlopen en (onze) oude elektronica uit elkaar halen met gevaar voor eigen gezondheid. Toch schuurt de film ook tegen het randje van ‘armoedeporno’, niet voor niets is een van de spaarzame films uit Nicaragua die Europa bereiken een coproductie met Nederland, Duitsland, Frankrijk en Noorwegen en vinkt deze alle hokjes aan die veel westerse kijkers verwachten: extreme armoede, sociale onrechtvaardigheid en corruptie, magisch realisme of droomachtige accenten en een onbedorven kind in de hoofdrol. Een mengeling van sociaal protest en menselijke kracht, samengebald in een poëtisch geheel, en dat alles tegen een achtergrond van beeldschone natuur (zo zien we de imposante vulkanen uit het Xolotlánmeer meermaals opdoemen) die verdrietig genoeg niet goed kan maken hoe bar en boos de wereld in dit landschap is. In die zin zou je kunnen zeggen dat de film niet buitengewoon verrassend is. Toch ontroert ze wel, vooral door het krachtige optreden van de jonge Ara Alejandra Medal als María. 

Regisseur Baumeister zelf noemt haar debuut ‘een film over veerkracht’, de veerkracht die talloze Latijns-Amerikaanse burgers moeten hebben om vooruit te komen in de harde realiteit van hun land. In het geval van María, die daarmee staat voor zovele jongeren, komt de veerkracht van binnenuit, haar innerlijke wereld, haar fantasie. Want verhalen zullen er altijd zijn, dat maakt de film mooi duidelijk. 

Deze bespreking verscheen in oktober 2023 op conSentido.nl.