Colombia is meer dan drugshandel en guerrillero’s. Het enorme land kent een gigantische verscheidenheid aan landschappen en culturen. De noordkust is Caribisch en heeft enkele paradijselijke eilanden. In het noordoosten ligt de grotendeels onontdekte Guajira-woestijn. Het zuidoosten bestaat vooral uit Amazoneoerwoud en Bogotá kent een enorm cultureel aanbod. Het ministerie van Toerisme voert campagne met de slogan ‘Het enige risico is dat je er wilt blijven’. Daar zit wat in.
Colombia staat bekend als gewelddadig, maar als reiziger zul je daar niet van merken. Je moet natuurlijk je ogen en oren goed open houden, maar ongeregeldheden spelen zich veelal locaal af, vooral in de grensstreken met Venezuela en Ecuador. Hoofdstad Bogotá is voor veel Latijns-Amerikagangers een aangename verrassing. De metropool telt zo’n zeven miljoen inwoners en zit vol contrasten. De hoofdstad is traditioneel, modern, jong, oud, grootstedelijk en groen tegelijk. Van oost naar west lopen de calles en van noord naar zuid de carreras. De straten zijn genummerd, verdwalen is bepaald lastig. In het hoge noorden liggen de diplomatenwijken, de ambassades en de banken, terwijl in het diepe zuiden de taxichauffeurs liever niet stoppen.
Het centrum van Bogotá, La Candelaria, is de afgelopen jaren aan een flinke opmars bezig. Achter de mooie koloniale panden gaan bloeiende patio’s en idyllische veranda’s schuil. Overdag trekt een bonte mengeling van mensen voorbij: reizigers, scholieren, studenten, moderne hippies die zelfgemaakte sieraden aan de man brengen en oude dametjes die hun lekkernijen aanbieden.
De belangrijkste bezienswaardigheden zijn in de buurt van het centrale plein: het Plaza de Bolívar. Het plein is, omringd door de kathedraal, het indrukwekkende paleis van justitie en het gemeentehuis, imposant maar toch vooral handig als vertrekpunt naar andere plekken Het is geen plein om gezellig rond te hangen. Naar boven lopen de straatjes van la Candelaria, waar onder meer de Donación Botero te vinden is, een charmant gebouw met in de kamers schilderijen en op de patio’s beeldhouwwerk van ’s lands bekendste schilder Fernando Botero. De bibliotheek Luis Angel Arango is door zijn grote collectie en terras op de zesde verdieping met uitzicht over de stad populair bij studenten en bezoekers aan de stad. Het Museo del Oro (goudmuseum), aan de rand van la Candelaria is een absolute aanrader, omdat de enorme collectie precolumbiaans goud niet alleen schitterend is om te zien, maar ook de pre-Spaanse geschiedenis en inheemse culturen van Colombia een belangrijke plek geeft. Vlak achter het centrale plein ligt het presidentieel paleis, het Palacio de Nariño. Het interieur huist een flinke collectie Colombiaanse kunst, die soms bekeken kan worden tijdens tours. De wisseling van de wacht is ook het bekijken waard. In het noorden van La Candelaria ligt het chorro de quevedo: een pleintje waar een stuk of zes straatjes op uitkomen en waar een prettige ongedwongen sfeer hangt. Een wandeling over de zevende carrera, la Septima, is vooral op vrijdag in de vroege avond een absolute aanrader. De weg is dan gesloten voor verkeer en de hele stad flaneert over de hoofdstraat.
Eten en drinken
Eten en dansen
Verder naar het noorden zijn de wijken La Macarena en Chapinero, waar minder toeristen komen, maar een bruisend cultureel leven met veel nachtelijk vertier is. Er zijn veel hippe restaurants waar de Colombiaanse keuken samenkomt met Europese, Aziatische en andere Latijns-Amerikaanse keukens. Typisch Colombiaanse gerechten kun je in de hele stad, vooral tijdens lunchtijd, proberen. Aanraders zijn de picadas (een gegrilde schotel met worstjes, aardappels, yuca en gebakken banaan), patacones (platgestampte gebakken banaan, al dan niet belegd), sancocho (gevulde soep met vlees of vis), bandeja paísa (schotel om een hele dag op te teren met rijst, bonen, gebakken banaan, gehakt, avocado, een worstje en een gebakken ei) en de ajiaco (heerlijke typische kippensoep uit Bogotá, gevuld met maïs, aardappel, room, avocado en kappertjes). Vraag in restaurants naar de specialiteit of neem tijdens de lunch het menú del día. De lokale smaken kun je ook ontdekken bij de eetstalletjes op straat: vers fruit, arepas (platte pannekoekjes van maïsmeel), empanadas (gevulde deegflapjes), buñuelos, pan de bono en almojábanas (allen variaties van deegspecialiteiten, soms met kaas gevuld) zijn op elke straathoek te koop. In het centrum stikt het van de salsabarretjes waar de Rolo, zoals de Bogotaan in Colombia wordt genoemd, een biertje drinkt en zich op de dansvloer begeeft. Dansen lijkt de Colombianen met de paplepel te zijn ingegoten. Je kijkt je ogen uit. Wie zin heeft in muziek, maar niet actief de dansvloer op wil, kan terecht bij een van de vele podia van de stad. Het Jorge Eliecer Gaitan-theater bijvoorbeeld, heeft bijna dagelijks interessante voorstellingen, meestal nog gratis ook.
Colombia staat bekend als gewelddadig, maar als reiziger hoef je daar niet veel last van te hebben. Je moet natuurlijk je ogen en oren goed open houden, maar de gewelddadigheden spelen zich veelal locaal af, vooral in de grensstreken met Venezuela en Ecuador. Hoofdstad Santa Fe de Bogotá is voor veel Latijns-Amerikagangers een aangename verrassing. De metropool telt zo’n zeven miljoen inwoners en zit vol contrasten. De hoofdstad is traditioneel, modern, jong, oud, grootstedelijk en groen tegelijk. Van oost naar west lopen de calles en van noord naar zuid de carreras. De straten zijn genummerd, verdwalen is bepaald lastig. In het hoge noorden liggen de diplomatenwijken, de ambassades en de banken, terwijl in het diepe zuiden de taxichauffeurs liever niet stoppen.