Ruby Sanders interview Carolina Trujillo

Interview Carolina Trujillo: ‘Verbied miljonairs, reclame en dieren eten’

6 okt, 20 | OneWorld

De dilemma’s van schrijver en columnist Carolina Trujillo

Etentjes waar vlees op het menu staat slaat ze af, maar ze zal mensen niet snel aanspreken op bijvoorbeeld een vliegreis. Schrijver en columnist Carolina Trujillo heeft uitgesproken ideeën over hoe het allemaal anders moet, toch is ze niet optimistisch. ‘Als zelfs corona ons niet doet veranderen, wat dan wel?’

Foto: Tammy van Nerum

NIET MEER VLIEGEN, GEEN VLEES MEER OF NOOIT MEER NIEUWE KLEREN?

“Dierlijke producten eet ik niet meer. Nu ben ik vegan, daarvoor tien jaar vegetariër. Ik besefte niet dat ik met melk en kaas ook bijdroeg aan dierenleed. In Uruguay, waar de vleesindustrie belangrijk is, hoor je dat vlees eten goed is. Nederland, met z’n zuivel- industrie, vertelt dat je van melk en kaas gezond wordt. Het is maar wat geld oplevert. De omslag voor mij was de documentaire Earthlings. Sinds ik weet hoeveel leed het veroorzaakt, is vegan zijn geen opgave meer. Het is toch ook geen moeite om een hond níet te schoppen? Vliegen doe ik alleen om mijn familie in Uruguay te bezoeken. De laatste keer was in 2012. Misschien ga ik de volgende keer wel met de boot!”

OPTIMIST OF PESSIMIST?

“De bio-industrie, verwoest Amazonegebied, overconsumptie: het raakt me allemaal. Wat mij betreft moeten we een paar dingen verbieden. Eén: miljonairs. Zolang er kinderen sterven van de honger, kan het niet legaal zijn meer dan 5 miljoen te bezitten. Twee: reclame maken, mensen onnodige spullen aansmeren. En drie: dieren consumeren. Soms denk ik een kentering te zien. Maar de groep die nog dagelijks in de Action winkelt, groeit óók. De coronacrisis maakte het allemaal voelbaarder: hoe niet de managers, maar de vuilnismannen en verplegers de samenleving draaiende houden. Als zelfs corona ons niet doet veranderen, wat dan wel?”

Carolina Trujillo (Montevideo, Uruguay, 1970) kwam op haar vijfde met haar moeder en zus naar Nederland. Haar ouders zaten bij de verzetsbeweging Tupamaros tijdens de militaire dictatuur (1973-1985). Ze deed de middelbare school in Uruguay en studeerde in Nederland. Carolina schreef zes boeken, waaronder De terugkeer van Lupe Garcia, waarvoor ze de BNG Nieuwe Literatuurprijs won en genomineerd werd voor de AKO Literatuurprijs. In 2019 won ze de Jan Hanlo Essayprijs voor haar bundel Meisjes in blessuretijd. Haar laatste boek, Messi en Suárez, de gelekte gesprekken, verscheen in het voorjaar van 2022. In een column in NRC Handelsblad schrijft ze wekelijks over sport en actualiteit.

IDEALIST OF ONDERNEMER?

“Kun je niet idealistisch én ondernemend zijn? Misschien is de echte tegenstelling: idealist of kapitalist. Ik heb de luxe dat ik mag doen waar ik achter sta. Ik was bang dat ik in mijn NRC-column positief over sport moest schrijven, maar ze willen juist dat ik zeg wat ik vind. Zo kan ik tekeergaan over sportmiljonairs als Messi en Federer, die doneren ‘voor corona’ en dat aan de grote klok hangen – terwijl ze ontzettend veel geld aan de samenleving onttrekken. Met mijn boeken verdien ik weinig, maar dat moet je ook niet voor het geld doen. Commercieel schrijven is niets voor mij. Ik moet kunnen zeggen wat ik wil. Als dat niet genoeg oplevert, ga ik wel achter de bar staan.”

GEVOELIGE THEMA’S ZOALS RACISME BESPREKEN AAN DE EETTAFEL OF ANDEREN DAAR NIET MEE LASTIG VALLEN?

“Dat ligt aan het onderwerp. Als mensen nog vliegen en zeggen: ‘Ik heb hard gewerkt, ik heb het verdiend’, denk ik: je kunt toch ook naar Texel? Maar ik spreek ze er niet op aan, hooguit like ik hun Bali-foto’s niet. Over dieren eten spreek ik me wel uit. Etentjes waar vlees op tafel komt, sla ik af. Seksisme bespreek ik ook. Kijk in de sport: meisjes moeten met een lichtere bal voetballen en turnen in glitterpakjes en met make-up op. Bizar. Gek genoeg is seksisme makkelijker te bespreken dan dieren eten. Mensen voelen zich zó aangevallen als je dat ter sprake brengt. In mijn column houd ik me in als mijn grapjes te boud dreigen te worden. In romans laat ik mijn personages vrijuit spreken. Dat is zo heerlijk aan fictie: je kunt je achter je personages verschuilen.”

INTERSECTIONEEL FEMINISME EN VALIDISME: TERMEN DIE IEDEREEN ZOU MOETEN KENNEN OF GEEN IDEE WAAR IK HET OVER HEB?

“Misschien moeten we ze kennen, maar ik ken ze niet. Welke woorden we gebruiken maakt zeker uit, daar zou elke schrijver mee bezig moeten zijn. Ik schrijf ‘wit’ en niet ‘blank’ bijvoorbeeld. En ik erger me ontzettend als mensen ‘Amerika’ zeggen waar ze ‘Verenigde Staten’ bedoelen. Geen van mijn vrienden die dat nog doet. Ik kom uit een politiek nest: mijn ouders zaten bij het verzet tijdens de dictatuur. Op school zat ik bij de studentenvakbond, maar dat politieke heb ik niet meer. Vroeger legde ik op íedere slak zout. Ik ben 50 nu, en milder.”

Dit interview verscheen op OneWorld.nl en in mei 2020 in OneWorld Magazine.