Film Bijlmer interview Ruby Sanders

Zij filmen de stigma’s over de Bijlmer de wereld uit

14 jan, 22 | OneWorld

‘Smerig, ordinair, vervallen.’ De vooroordelen over de Amsterdamse Bijlmer (‘Bims’) zijn niet mals. In hun driedelige serie ‘Bims in de lobby’ gaan jeugdvrienden en documentairemakers George Adegite en Karim Khamis dat negatieve beeld te lijf.

Foto: George Adegite en Karim Khamis. Fotograaf: Tammy van Nerum 

‘Dit is de rijkste flat van de Bijlmer, vol bijzondere mensen. Maar er is ook een ander beeld: dat van een probleemflat. Kansarm, zwart, getto. Amsterdam-Zuidoost zit vol met dit soort labels.’ Zo begint de docuserie Bims in de lobby, sinds vorige maand te zien op het YouTube-kanaal van de VPRO. De voice-over is van George Adegite (32). Voor de serie gaat hij in een tot luxe lobby omgebouwde hal van een van de beruchtste flats van de Bijlmer, Geldershoofd, in gesprek met de bewoners. Dat doet hij verkleed als liftjongen.

Adegite groeide in de buurt op, net als zijn jeugdvriend en regisseur van de serie Karim Khamis (32). Adegite in de flat Kruitberg, Khamis in de flat Grubbehoeve. Ze kwamen vaak bij Geldershoofd: voor de kinderopvang en op bezoek bij vrienden en familie.

Er zit veel symboliek in het decor, een nagebouwde ‘lobby’ met zitjes en kunstwerken. De hal is bij uitstek ‘een plek waar stereotypes tot leven komen’. “In een lobby zíe je de ander, maar je gaat het gesprek nooit aan”, vertelt Adegite daarover. Daarom waren de ontmoetingen ook steeds verrassend. Khamis: “Er zat vaak een verhaal achter iemand dat je op basis van diens uiterlijk niet zou verwachten.” Daarnaast is er het contrast tussen dat chique van de lobby en de liftboy, en de armoede waar de Bijlmer mee geassocieerd wordt. “En de chique lobby staat symbool voor de rijkdom van de Bijlmer – in cultuur, diversiteit, ondernemingszin”, legt Khamis uit.

Die negatieve associaties met de Bijlmer – wilden jullie daarom deze serie maken?

Khamis: “We wilden laten zien dat het negatieve beeld niet klopt. Googel de namen van de Bijlmerflats en je leest alleen over schietpartijen en steekincidenten. Terwijl het hier net zo veilig is als op veel andere plekken in de stad. Maar als die verhalen te vaak herhaald worden, ontstaat het beeld dat je hier niet moet komen. En daar hebben de bewoners last van.”

‘Smerig’, ‘ordinair’, ‘vervallen’, ‘geweld’ en ‘drugs’ zijn woorden die langskomen als George in de serie aan de bewoners vraagt naar de stigma’s over de Bijlmer. Eén jonge bewoner vertelt: ‘Ik zie de mensen anders kijken als ik zeg dat ik uit de Bijlmer kom. Dan zeggen ze: daar is veel criminaliteit. Niet leuk om te horen.’

Wat doen al die stigma’s met de mensen die hier wonen?

Khamis: “Het is schadelijk voor je zelfbeeld. Dat weet ik nog van vroeger: leraren die hier werken, komen vaak niet uit de buurt en nemen hun vooroordelen mee.”

Adegite: “Ik zat op school in Reigersbos, een rijkere buurt dan bijvoorbeeld de wijken Kraaiennest en Ganzenhoef. Altijd hoorde ik: ‘Oh, kom je uit het gettogedeelte?!’ Ook binnen de Bijlmer leven dus vooroordelen, en uiteindelijk gaan ze het zelf geloven. Het gevoel minderwaardig te zijn, leeft nog steeds bij veel mensen. In de derde aflevering zegt een bewoner: ‘Je moet een dikke huid kweken. Gaandeweg accepteer je dat.’ Maar een dikke huid tegen de vooroordelen is niet de oplossing; dat wilden we aankaarten.”

Khamis: “Kattenkwaad wordt hier totaal anders gezien dan elders in de stad. Dat heb ik zelf ook meegemaakt, tot gedoe met de politie aan toe. Samen zitten is direct samenscholen; verdacht. Zo leer je al jong dat de politie niet je vriend is. In de serie vertelt een buurtmoeder over hoe jongens zich op school buitengesloten voelen, en als er iets aan de hand is, hebben zij het altijd gedaan. Ze wíllen niet het verkeerde pad op, maar ze voelen dat de maatschappij er niet voor hen is. Dat is voor mij heel herkenbaar, ik dacht op de basisschool ook dat ik crimineel zou worden.”

In de online docuserie Bims in de lobby spreken George Adegite en Karim Khamis in drie afleveringen van 6 minuten met bewoners van Geldershoofd. De twee startten in 2010 samen het ontwerpbureau Cablai. Begin 2020 pitchten ze hun idee bij VPRO Dorst, een ‘leerschool’ voor jong talent zonder professionele ervaring. Uit driehonderd inzendingen werden zij gekozen om onder begeleiding hun idee uit te voeren. Het resultaat is nu te zien op YouTube. Op 30 januari wordt de serie vertoond in de Bijlmerbios, mits dat kan in verband met corona.

En hoe tackelen jullie de vooroordelen?

Khamis: “Vooral door zonder oordeel naar de mensen te kijken. Zelfs al verkoopt iemand drugs of runt iemand een illegale taxi, wij oordelen niet. En dan nog, het is een kleine minderheid. De overgrote meerderheid met een ‘gewoon’ leven zie je nooit in de media. Alleen al in deze flat zit een kapper, fietsenmaker, kledinglabel, huiskamerrestaurant, er zijn podcastmakers en muziekstudio’s, noem maar op. En om de hoek woont een Canta-specialist, die alle Canta’s uit de buurt repareert. Er is een heel eigen economie. Helaas voelen mensen zich weinig gesteund door de gemeente.”

Adegite: “Dat is ook de reden dat de mensen zo ondernemend zijn: ze weten dat ze het zelf moeten rooien. Maar of we alle vooroordelen hebben kunnen ontkrachten? Het is de vraag of daar in drie afleveringen tijd voor is. Veel mensen willen dan ook een vervolg zien.”

Hoe kijken de bewoners naar de serie?

Adegite: “Bij de meeste mensen overheerst trots. Ze wonen hier graag. En voor degenen die hebben meegewerkt, is de serie iets groots. Het heeft veel voor ze betekend: ze worden op straat herkend, het geeft ze zelfvertrouwen. We krijgen alleen maar positieve reacties. Mensen zeggen: éindelijk zien we de echte Bijlmer.

Dat merkten we ook bij de voorbereidingen: mensen die nooit voor de camera willen, deden het omdat ze achter ons verhaal stonden. Maar niet meteen hoor, als we aanbelden en zeiden: ‘We zijn van de VPRO …’ dan hoorden we: oh nee, laat maar. Ze zijn zo gewend aan eenzijdige, negatieve beeldvorming. We hebben daarom ook getwijfeld over het zwarte liftboy-personage. Zou het niet te clichématig zijn, te onderdanig? Gelukkig ziet niemand dat zo.”

Begreep de VPRO hoe gevoelig die negatieve beeldvorming lag?

Khamis: “Het was apart om met een hele witte crew te werken. Er was een heel klein budget, dus een niet-compleet-witte crew inhuren, was geen optie. Ze maakten dat zelf bespreekbaar, zij weten ook dat de mediawereld te wit is. En ze begrepen ons ongemak, al konden ze er niets aan veranderen.”

Adegite: “En wij kregen gelukkig de regie, het werd echt ons project. Ik heb een reclame-achtergrond en vaak als ik overwoog om ergens te solliciteren, dacht ik: laat maar. Ik wil niet de enige zwarte persoon zijn, dat kán niet bij een creatief beroep. Dan word je krampachtig en komen de ideeën niet.”

Tijdens een korte tour rond de flat vertellen de filmmakers honderduit: hier was vroeger de kinderopvang, nu zit daar een voedselbank, en een voormalige conciërge, ‘boer Floor’, begon hier in de jaren zeventig een kinderboerderij. “Gewoon gedáán, niet gewacht op bestemmingsplan of financiering: op z’n Bijlmers dus.” Net als de methadonlocatie die een bewoonster opzette in de jaren negentig, toen de heroïne-epidemie de Bijlmer hard trof.

De flat wordt in 2024 gerenoveerd en dan moeten de bewoners, die er vaak al lang wonen, eruit. Hoe kijken jullie daarnaar?

Khamis: “Veel van de originele honingraatflats zijn afgebroken. Wij vinden die gentrificatie – ik zeg liever buurtzuivering – verschrikkelijk. Zorg eerst voor de mensen en dan pas voor de gebouwen. Maar wat de gemeente doet, wérkt in hun ogen: flats afbreken zodat de oude bewoners vertrekken en er rijkere mensen voor terugkomen. Die oude bewoners worden dan het probleem van Almere, Rotterdam, of een dorp in de regio.”

“Politici, vaak mensen die nog nooit in een flat gewoond hebben, zeggen dat flats criminaliteit veroorzaken. Terwijl daar geen bewijs voor is. Er is juist gemeenschapszin. Maar hoe wij leven – samen barbecueën, oud en jong door elkaar – dat wordt niet geaccepteerd. Door beleid, zoals samenscholingsverboden, is veel van onze cultuur verdwenen. Ik zou willen dat de bewoners hun gewoontes kunnen behouden. Invloeden uit de Bijlmer zijn dominant in de Nederlandse cultuur: vrijwel alle jongeren in Nederland spreken straattaal, houden van onze muziek, kleden zich zoals wij ons kleden. Al die trends komen hiervandaan. Hopelijk gaat Nederland dat serieuzer nemen. Er is zoveel kracht en potentie hier die niet benut wordt.”

Adegite: “Het is jammer dat het beeld leeft dat je eerst uit de Bijlmer weg moet om succesvol te worden. Ik dacht dat zelf ook ooit. Hopelijk helpt het wat wij gemaakt hebben. Wij willen de deur opentrappen, zodat er voor mensen met onze achtergrond ook plek is in dit wereldje.”

Dit interview verscheen in januari 2022 op OneWorld.nl.