Zangeres en producer Sevdaliza, de vierde Zomergast van 2021, liet het ene prachtige fragment na het andere zien om haar boodschap van vrijheid, menselijkheid en ruimte creëren op plekken waar dat niet vanzelfsprekend is, te ondersteunen. Net als in haar muziek moest de kunst voor zich spreken: concrete handvatten bood ze de kijker nauwelijks, zag Ruby Sanders. Of dat erg is?
Activistisch is ze niet, zegt Sevdaliza gaandeweg het gesprek in Zomergasten. Haar bestáán is het activisme. Zichzelf zijn, muziek maken zoals zij het wil, als vrouw, als vrouw met een vluchtelingenachtergrond: dat is de activistische daad van de Iraans-Nederlandse zangeres, producer en componist. En in haar geval is daar zeker wat voor te zeggen, ook kijkend naar de reacties die de artiest oproept. Enerzijds zijn daar haar miljoenen aanhangers – opvallend veel mensen in gemarginaliseerde posities, vaak in landen waar vrijheid niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Anderzijds klinkt er ook kritiek: ze zou ongrijpbaar zijn, te weinig van zichzelf laten zien, te weinig in de reguliere media verschijnen.
Maar, zoals Jeanine Abbring het zegt: succes is de grootste middelvinger naar de critici en alle mensen die in de loop der jaren deuren hebben dichtgegooid in het gezicht van Sevdaliza. En de feiten spreken inderdaad voor zich: Sevda Alizadeh (Teheran, 1987), artiestennaam Sevdaliza, debuteerde in 2017 als zangeres met het album Ison. In korte tijd toerde ze door talloze landen in Centraal- en Oost-Europa, Noord- en Latijns-Amerika en Azië, waar miljoenen mensen haar alternatieve, elektronische triphopachtige muziek streamen. Daarvóór was ze profbasketballer en studeerde ze communicatiewetenschappen. En dáárvoor kwam ze als vijfjarige samen met haar moeder vanuit Iran naar Nederland, woonde ze in verschillende azc’s tot ze uiteindelijk in Goes belandde en in Rotterdam volwassen werd.
Opvallend aan haar loopbaan is de grote autonomie die ze voor zichzelf gecreëerd heeft: Sevdaliza is autodidact, runt haar eigen platenlabel, beslist zelf hoe ze haar opvallende video’s en visuele live-shows vormgeeft en is volkomen in control over wat ze wanneer naar buiten brengt.
Dus ja, haar werk en haar bestaan, haar autonomie en haar zelfvertrouwen zijn als statement te zien. En toch voelt het ook veilig om niets concreets te zeggen over de kwesties die ze wel in haar fragmenten naar voren laat komen. Of dat nu politieke kwesties zijn – feminisme, mensenrechten – of persoonlijke – de ‘bijna burn-out’, haar naar eigen zeggen ‘Lost in Translation-periode’: in wat ze loslaat is ze al net zo in control als in haar werk. Deze zekere ongenaakbaarheid en de voortdurende bewondering van presentator Jeanine Abbring (een terugkerend punt deze reeks) maakt het gesprek niet altijd even toegankelijk.
Geen ruimte voor kwetsbaarheid
Zeker het eerste kwartier verloopt wat stroef. Praten over de werkwijze van een kunstenaar is doorgaans niet de gemakkelijkste ingang voor een gesprek; Sevdaliza’s bloemrijke taalgebruik – zeker aan het begin – helpt daar niet bij. Het ‘figuurlijke taboe rondom de vervulde vrouw’ blijft voor beiden een abstractie; Abbring wil duidelijk niet de schooljuf uithangen dus laat ‘een stukje vergeldingsdrang’ meermaals aan zich voorbij gaan. Prima, maar des te vreemder dat zij later wel meermaals inbreekt met een onjuiste correctie (‘een graf’, ‘bedoel je een begraafplaats?’, ‘nee, een graf’) of een irrelevant zijspoor.
Gelukkig komen de woorden voor Sevdaliza gaandeweg natuurlijker. Abbring blijft moeite houden met het abstracte niveau; durft enerzijds niet door te vragen naar concrete voorbeelden en lijkt anderzijds niet te kunnen geloven dat een gevluchte familie ‘moeilijke, filosofische’ boeken in de kast heeft staan. Daardoor wordt de gast deze avond gedwongen om zelf te benadrukken hoe rijk en spiritueel de Perzische cultuur is, en hoeveel daarvan zij in zichzelf herkent. Zoals bewegen op muziek ter inspiratie – dans als middel en niet als doel – deed zij al lang voordat ze wist dat dat in oude spirituele Perzische gebruiken terugkomt.
Hoewel Sevdaliza niet altijd een even natuurlijke verteller is, zijn de gekozen fragmenten stuk voor stuk boeiend, relevant en ondersteunen ze de punten die ze wil maken. Soms vooral door de visuele kracht – de korte film van Salvador Dali en Walt Disney biedt een introductie op de ‘ontdekking van haar eigen beeldtaal’ – soms door de vrijheid of ‘extase’ die de zangeres herkent in andere kunstenaars (de indrukwekkende Amerikaanse zanger Bobby McFerrin en de Kameroense bassist Richard Bona). Het is boeiend om eens een Zomergast te hebben die beeld als volwaardig medium ziet, als doel op zich in plaats van als middel om vooral het woord mee te vervoeren.
Voor wie moeite heeft met haar ogenschijnlijke afstandelijkheid; haar reputatie autonoom en zelfverzekerd te zijn, is er het fragment uit de tennisfinale op de US Open tussen Serena Williams en Naomi Osaka in 2018. Een pijnlijke voorbeeld van het ongemak dat het bij veel mensen oproept een vrouw van kleur te zien die haar gelijk haalt, die zelfvertrouwen uitstraalt en de gevestigde orde uitdaagt en bevraagt. Denk maar terug aan het racistische stripje dat na de betreffende finale verscheen. Of denk aan hoe Mark Rutte Sylvana Simons kleineert door haar als ‘geïrriteerd’ weg te zetten wanneer zij – als haar kalme zelf – terechte vragen stelt tijdens een Kamerdebat.
“Serena kan het zich niet permitteren om kwetsbaar te zijn”, zegt Sevdaliza over het fragment. Ze móet zijn zoals ze is om zich op dat niveau staande te houden. Het ligt voor de hand te bekenken dat ze hier ook zichzelf bedoelt. Al vanaf jonge leeftijd was Sevda Alizadeh grotendeels op zichzelf aangewezen, blijkt uit wat ze vertelt over haar leven. Het competitieve zat er waarschijnlijk al in – getuige haar loopbaan als profbasketballer – en is door alle ‘deuren die voor haar gesloten bleven’, verder aangewakkerd. “Ik denk dat het voor vrouwen moeilijk is om met lief en aardig zijn de top te bereiken”, verduidelijkt ze.
Donkere gedachten
Toch vindt ze zelf dat ze nu geen competitie meer voert. “Creatie is geen wedstrijd”, zegt ze beslist. Muziek maken voelt bevrijdend juist doordat het geen competitie is. Mooi gezegd, maar helemaal overtuigen doet haar opmerking niet.
Want dan blijkt dat ze in 2018 tegen een burn-out aanliep die eigenlijk pas met het begin van de pandemie een gedwongen omslagpunt kende: toen kon ze immers niet meer touren, niet meer door-door-door, voortdurend over haar eigen grenzen heen. Jarenlang bleek ze last gehad te hebben van slapeloosheid. Eigenlijk heeft ze sinds haar tienerjaren niet meer stilgestaan zegt ze, in het nastreven van haar eindeloze ambities heeft ze alles zelf moeten doen, zelf wíllen doen ook. Ze kan nog altijd niets bedenken als antwoord op de vraag wat ze doet ter ontspanning. En haar bewering dat ze het na de pandemie werkelijk rustiger aan zal doen klinkt wat weifelend.
Natuurlijk: die enorme drive heeft haar hier gebracht. Maar zowel Abbring als Sevdaliza zelf laten hier een belangrijk issue voorbijgaan: ontzettend veel artiesten hebben namelijk last van psychische klachten mede door de druk die ze voelen in deze nietsontziende industrie. Het zou mooi zijn geweest als de twee vrouwen hier ook een stukje systeemkritiek bij gehaald hadden. En misschien had de redactie zelfs de hand in eigen boezem kunnen steken: Zomergasten lijkt dit jaar immers meer dan ooit te draaien om ‘succes’: de besten in elk vakgebied, met de meeste onderscheidingen/streams/prijzen. Al die ‘grandioosheid’ en de druk die we onszelf en elkaar daarmee opleggen, wordt verder niet ter discussie gesteld.
En dat terwijl Sevdaliza aan de hand van een mooi fragment uit de Amerikaanse serie Mr. Robot vertelt zelf ook ‘donkere gedachten te hebben gehad’, gedachten ‘die een schaduwkant belichamen’. Vooral als ze te druk was. Ook veel van haar poëtische songteksten gaan over depressie, angst en pijn. Toch neemt Abbring genoegen met de opgeruimde conclusie dat de zangeres ‘manieren vond om om te gaan met die donkere gedachten’ – al kan helaas niet iedereen dat, voegt ze nog toe. Welke manieren precies, en of het eigenlijk aan ieder voor zich is om hiermee leren om te gaan, of dat we hier wellicht een collectieve verantwoordelijkheid in hebben – we zullen het nooit weten.
Show, don’t tell
Hoewel je als kijker blijft hopen op concrete uitspraken, een politiek statement, is het tegelijkertijd verfrissend om Sevdaliza te horen zeggen dat ze iets simpelweg niet weet, of sterker nog: vindt dat zij niet de persoon is om iets toe te voegen aan bepaalde debatten. Ze laat liever de fragmenten voor zich spreken – dus mogen we uit de documentaire Human Flow van kunstenaar Ai Wei Wei opmaken hoe ze denkt over de opvang en behandeling van vluchtelingen wereldwijd. Of ze stelt een eenvoudige vraag: waarom kun je niet Nederlands zijn als je ook elke avond Iraans eten op tafel zet? Hoezo kunnen die twee dingen niet naast elkaar bestaan? Waarom kan een artiest, en zeker een vrouwelijke, eigenlijk niet succesvol én authentiek zijn?
Helemaal aan het begin van de uitzending wordt de kijker getrakteerd op een kijkje in Sevdaliza’s eigen werk – twee van haar video’s en een stukje van een liveoptreden. Het was mooi geweest om tegen het einde van de uitzending terug te komen op de thema’s in haar werk: wat wilde ze precies bevragen of vertellen met haar nummer Human? Hoe sluit dat aan bij haar vele inspiratiebronnen? Ook hier zullen we de verbanden zelf moeten leggen: Sevdaliza – fervent aanhanger van het ‘show don’t tell-principe’ – laat ons achter met twee prachtige fragmenten: Joe Rogan in gesprek met Naval Ravikant (‘een rasechte filosoof en woordkunstenaar’, vindt Sevdaliza) en de korte film bij het nummer Iron Sky van de Schotse Paolo Nutini. En ja, zulke beelden spreken gewoon voor zich.
Dit artikel verscheen in augustus 2021 op Hardhoofd.com.